Alfajores – recept

Ken jij de koekjes alfajores al? Deze alfajores zijn een typisch Argentijnse lekkernij en de lievelingskoekjes van koningin Máxima. En niet voor niets, ze zijn ontzettend lekker. In de Koekjesbijbel deel ik mijn eigen alfajores recept en dat recept vind je nu ook in dit artikel! Ook leg ik je wat meer uit over de lange reis die deze koekjes aflegden voordat ze in Argentinië en de rest van Zuid-Amerika terecht kwamen.

Met dit recept kun je 30-40 alfajores bakken.

Wat zijn alfajores?

Alfajores zijn ronde koekjes die bestaan uit twee brosse maïzena koekjes met een heerlijke dulce de leche vulling ertussen. Dulce de leche is een zijdezachte karamelpasta en ook erg populair in Zuid-Amerika. De koekjes worden vaak bestrooid met poedersuiker of omhuld met een laagje chocolade. Alfajores zijn een geliefde zoetigheid en komen in veel varianten voor, afhankelijk van de regio. 

Waar komen alfajores vandaan?

Alfajores staan bekend als een Latijns-Amerikaanse lekkernij en worden vooral gezien als echte Argentijnse koekjes. Maar wist je dat alfajores van origine niet in Zuid-Amerika ontstaan zijn? Het koekje zoals de Argentijnen hem nu kennen, legde een hele reis af voordat het zich in Zuid-Amerika vestigde.

Van het Midden-Oosten, via Spanje naar Zuid-Amerika

De oorsprong van alfajores ligt in de Arabische wereld. Het woord ‘alfajores’ is afgeleid van ‘al-hasú’, wat gevuld betekent. Deze term verwijst naar de oorspronkelijke Arabische zoetigheden die gevuld waren met een mengsel van noten, honing en specerijen.

Tijdens de Moorse overheersing kwam de voorloper van de alfajor vanuit het Midden-Oosten in Spanje terecht, waar de bevolking er een eigen draai aan gaf. De koekjes werden vooral populair in de regio’s van Andalusië en Murcia. Hier werden ze vooral rond de kersttijd gegeten en nog steeds worden ze in sommige delen van Spanje traditioneel in deze periode gemaakt.

Tijdens de Spaanse kolonisatie van Latijns-Amerika, vanaf de 16e eeuw, brachten de Spaanse kolonisten hun culinaire tradities met zich mee, waaronder de alfajores. In Latijns-Amerika werden de koekjes echter opnieuw uitgevonden. Vooral in Argentinië, Peru en Uruguay transformeerden de alfajores naar wat we vandaag kennen: brosse maïzena koekjes met een heerlijke vulling van dulce de leche en kokos.

3 tips voor de lekkerste alfajores

• In plaats van limoenrasp kan je ook de rasp van een citroen gebruiken. Of voeg 1-2 eetlepels rum toe aan het deeg.
• Benieuwd hoe je deze koekjes kunt bewaren? Bij ons thuis blijven ze nooit lang liggen, maar bewaren kan zeker. Lees hier meer over in mijn artikel over koekjes bewaren, daar deel ik een aantal handige tips.
• Voor de vulling heb je dulce de leche nodig. Je kunt eenvoudig zelf dulce de leche maken van gecondenseerde melk, al moet je wel een beetje geduld hebben. Gebruik hiervoor mijn dulce de leche basisrecept.

Zelf alfajores maken – Stap voor stap recept

Doe de boter, suiker, limoenrasp, het vanille-extract en zout in een kom en klop dit met een (hand)mixer met garde(s) in enkele minuten tot een romig geheel. Klop de eidooiers erdoor. Voeg tot slot de bloem, maïzena en het bakpoeder toe en kneed alles door tot een samenhangend deeg. Verpak het in plasticfolie en laat het minimaal 1 uur rusten in de koelkast.

Verwarm de oven voor op 175 °C en bekleed een bakplaat met bakpapier.

Kneed het deeg kort door en rol het vervolgens op een licht bebloemd werkblad uit tot een dikte van 4-5 millimeter. De maïzena maakt het deeg erg kort van structuur, waardoor het tijdens het uitrollen snel scheurt. Werk voorzichtig: zet niet in een keer veel druk maar rol geleidelijk uit. Snijd of steek rondjes deeg uit van 4-5 centimeter en leg deze op de met bakpapier beklede bakplaat. Het deeg dat overblijft kun je opnieuw uitrollen.

Bak de koekjes in 9-14 minuten gaar en licht goudbruin aan de randjes. Laat ze afkoelen op een rooster.

Alfajores vullen met dulce de leche

Roer de dulce de leche los en doe deze in een spuitzak met een glad spuitmondje van ongeveer 1 centimeter. Spuit op de helft van de koekjes een toef vulling en druk daar de andere koekjes voorzichtig op. Rol de alfajores met de zijkant door de kokosrasp en bestuif ze voor het serveren met behulp van een theezeefje licht met poedersuiker.