- Voor de kaneelsaus
- 250 ml slagroom
- 100 ml melk
- 3-4 kaneelstokjes
- 4 eidooiers
- 70 gr donkerbruine basterdsuiker
Kaneelsaus is heerlijk bij onder andere appeltaart, appelbollen, broodpudding en nog vele andere desserts. Met dit kaneelsaus recept maak je een superlekkere saus, die je zowel warm als koud kunt serveren. Houdt er rekening mee dat de saus tijdens het afkoelen wat dikker wordt. Om de kaneel saus zijn smaak te geven gebruik ik kaneelstokjes en deze laat ik trekken in de room. Hierdoor krijgt de saus wel een heerlijke kaneelsmaak, maar proef je geen fijngemalen kaneelpoeder in de saus.

Zelf kaneelsaus maken
Doe de slagroom en de melk in een steelpannetje en breng deze aan de kook. Haal de pan van het vuur. Plet de kaneelstokjes zodat deze uit elkaar vallen en meng deze door het roommengsel. Dek het pannetje af met plasticfolie en laat de room een uur infuseren.
Zeef het roommengsel, zodat de stukjes kaneelstok achterblijven in de zeef. Meng in een kom een klein scheutje van het afgekoelde roommengsel met de eidooiers en de suiker. Breng de rest van het roommengsel weer aan de kook. Giet al roerend de kokende room bij het eidooiermengsel. Giet alles terug in de pan en verwarm het al roerend op laag vuur tot de kaneelsaus dikker wordt.
Om te controleren of de saus klaar is doop je een spatel in de saus en trek je er met je vinger een streep doorheen; als de kaneelsaus niet meer doorloopt, is deze goed. De temperatuur moet ongeveer 82 ᵒC zijn. Let er op dat je de saus dus niet laat koken! Haal de pan van het vuur en giet deze door een fijne zeef om eventuele klontjes eruit te halen. Serveer de dessertsaus (lauw)warm of afgekoeld.
Foto’s: Erik Spronk


