Mini-pies met Belgisch stoofvlees

Voor de vulling van deze mini-pies met vers deeg van Tante Fanny ging ik langs bij boerderij de Lindenhoff in Baambrugge. Dit familiebedrijf levert “vlees met garantie” van hun eigen boerderij. Een authentieke smaak gaat volgens Lindenhoff gepaard met een product dat dicht bij de natuur staat. Dat blijkt onder andere uit de Gasconne runderen die op hun boerderij worden gehouden. Gasconne is een Race Rustique, een ras dat nooit gekruist is voor betere prestaties en daarom een echt slowfood ras. Het ras is afkomstig uit de Pyreneeën, en wordt sinds 1987 in Baambrugge geoude. Het leuke is dat je altijd welkom bent op de boerderij om een kijkje te nemen in de stallen of om in de slagerij uitleg te krijgen over het mooie vlees. Vandaag ging ik voor runderriblappen, maar ze hebben naast rundvlees onder andere ook hun Baambrugs big en prachtig lamsvlees.

Remco is één van de slagers bij Lindenhoff en heeft mij uitgebreid over hun visie verteld. Tussen het gras waar de koeien grazen staan verschillende kruiden en granen, want wat het dier eet geeft hij ook door. De koeien zijn hier 6 à 7 jaar oud voordat ze geslacht worden. Dat in tegenstelling tot de bio-industrie waar ze deze leeftijd nooit zullen halen. Na het slachten laten ze het vlees 3 tot 6 weken rijpen, voor het verder verwerkt wordt. Dit zorgt voor een mooie malsheid in het vlees, een nootachtige smaak en voor minder vocht in het vlees waardoor je tijdens de bereiding veel minder gewicht verliest. Het is dan ook niet voor niks dat Lindenhoff het vlees levert aan heel veel toprestaurants in Nederland.

Na de uitgebreide uitleg van Remco was het tijd voor datgene waar ik voor kwam: de riblappen. Uit een mooi stuk vlees snijdt Remco een ruime portie riblappen en tijdens het prepareren daarvan krijg ik nog heel veel meer tips over wat ik er allemaal nog meer mee kan maken. Vol inspiratie en met een tas vol mooie groenten en kazen (want ook die hebben ze daar volop) ga ik terug naar huis om de vulling voor mijn mini-pies te maken. Ook nieuwsgierig naar Lindenhoff? Neem een kijkje op hun webshop en laat alles thuisbezorgen of ga er een keertje langs voor mooie producten en hun achtergrondverhalen.

Met dit recept maak je meer stoofvlees dan je voor de mini-pies nodig hebt, maar dat is echt helemaal niet erg! Natuurlijk kan je er dan meer mini-pies mee bakken, maar het stoofvlees is ook heel lekker met verse friet en een groene salade.

Mini-pies met Belgisch stoofvlees maken

Begin met dit recept een dag van tevoren. Meng de stukjes riblap met de bloem en met wat peper en zout. Verhit de helft van de boter in een braadpan en bak daarin op hoog vuur de stukjes vlees in ongeveer 10-15 minuten goudbruin. Haal het vlees uit de pan en verhit de andere helft van de boter in de pan. Bak daarin de ui en de knoflook enkele minuten. Doe het vlees er bij en schenk er het bier overheen tot alles net onderstaat. Breng het geheel aan de kook en voeg ook de laurier en tijm toe. Besmeer de witte boterhammen met de mosterd en leg deze er bovenop. Laat het vlees zo’n 3-4 uur zachtjes pruttelen en roer het af en toe door. De bloem en de witte boterhammen zorgen ervoor dat de saus goed gebonden wordt. Dit is belangrijk voor in de pies, omdat het deeg tijdens het bakken anders te nat wordt.

Proef aan het einde of het vlees goed gaar is. Breng het eventueel verder op smaak met wat peper en zout. Verwijder de takjes tijm en de laurierblaadjes en laat het stoofvlees helemaal afkoelen (het liefst een nacht in de koelkast).

De mini-pies maken

Verwarm de oven voor op 200 ᵒC. Vet 6-12 vormpjes (bijvoorbeeld die voor grote muffins, zoals op de foto) in met boter en bekleed ze met bladerdeeg. Verdeel de afgekoelde vulling over de deegbakjes. Maak de bovenkant van het deeg nat met wat water en bedek de mini-pies met een uitgestoken rondje bladerdeeg. Druk de zijkanten goed aan met een vork. Bestrijk het deeg met losgeklopt ei en maak een klein gaatje in het midden zodat er tijdens het bakken wat stoom kan ontsnappen. Bak de mini-pies is 35-45 minuten goudbruin en gaar.

Dit bericht is gesponsord door Tante Fanny verse degen.

Receptfoto’s: Erik Spronk