Een goede soufflé is een feest op zich! Luchtig gerezen, precies gaar aan de bovenkant en fluweelzacht van binnen: dat is hoe een chocoladesoufflé hoort te zijn! Veel mensen durven zich niet aan het maken van een chocoladesoufflé te wagen, maar geloof mij, het is echt makkelijker dan je misschien denkt. Eigenlijk maak je een soort chocoladevla, waar je vervolgens luchtig eiwit doorheen spatelt. Door de lucht in het beslag rijst de soufflé tijdens het bakken en kun je genieten van een heerlijke warme chocoladesoufflé!
Met dit recept maak je 4 chocoladesoufflés. Serveer ze gelijk na het bakken, anders storten ze in.
Zo maak je de beste chocoladesoufflé
- Goed invetten: door de schaaltjes goed in te vetten, zorg je ervoor dat de soufflés mooi rijzen. Voor het invetten kun je zachte boter (op kamertemperatuur) gebruiken. Breng de boter van onder naar boven aan met een bakkwastje, dan rijzen je soufflés mooi omhoog tijdens het bakken.
- Goed mengen, maar niet te veel: in dit recept meng je het eiwit in drie delen door het chocolademengsel. Het eerste deel kan je nog door het mengsel roeren, dit heet ook wel familie maken. De rest van het eiwit wil je voorzichtig door het mengsel spatelen, om de luchtigheid in het mengsel te houden. Als je alle lucht uit het beslag roert, zal je soufflé namelijk minder goed rijzen.
- Kies de juiste souffléschaaltjes: Gebruik voor de chocoladesoufflés souffléschaaltjes of ramequins met een inhoud van ongeveer 175 milliliter, met een doorsnede van zo’n 8-9 centimeter en 4-5 centimeter hoog. Bijvoorbeeld deze soufflébakjes.
- Open de oven niet tussendoor: bij dit recept is het cruciaal om je oven dicht te houden tijdens het bakken. Zelfs al een klein beetje lucht kan je soufflés laten inzakken en dat is natuurlijk zonde. Ben je benieuwd hoe het ervoor staat met je chocoladesoufflé? Houd het dan bij gluren door het raampje van je oven.
- Variatietips: Je kunt de chocoladesoufflé extra smaak geven, bijvoorbeeld de rasp van 1 sinaasappel, wat (oplos)espressopoeder of kaneelpoeder. Je kunt deze smaakmakers tegelijk met de eidooiers door het chocolademengsel mengen.
- Voor het beslag
- 200 gr pure chocolade, grof gehakt
- 200 ml melk
- 15 gr maïzena
- 2 eidooiers
- 4 eiwitten
- snuf zout
- 50 gr fijne suiker
- Verder nodig
- boter, om in te vetten
- fijne suiker, voor de vormpjes
- poedersuiker, om te bestuiven
Zelf chocoladesoufflé maken
Verwarm de oven voor op 180 °C. Vet 4 ramequins/ovenvaste bakjes met een inhoud van ongeveer 175 milliliter in met boter. Doe wat fijne suiker in de bakjes en draai de bakjes rond, zodat alle zijkanten bedekt zijn met een laagje suiker. Schud de overtollige suiker eruit.
Doe de gehakte chocolade in een kom en zet deze opzij. Meng ¼ van de melk met de maïzena en roer dit tot een glad papje. Voeg de overige melk toe en roer alles door elkaar. Breng het melkmengsel al roerend aan de kook. Laat het op laag vuur 1 minuut doorkoken. Giet het melkmengsel over de chocolade en roer door tot alle chocolade is opgelost. Meng vervolgens de eidooiers erdoor.
Doe de eiwitten met het zout in een vetvrije kom en klop deze stijf op. Voeg geleidelijk de fijne suiker toe zodra het eiwit schuimig wordt. Roer ⅓ van het stijfgeklopte eiwit door de chocolademassa. Spatel vervolgens (voorzichtig) de rest van het eiwit in twee delen door het chocolademengsel. Vul de bakjes tot bovenaan met het mengsel en strijk de bovenkant glad af. Bak de soufflés 14-18 minuten. Bestuif ze licht met poedersuiker en serveer ze direct.
Foto’s: Saskia Lelieveld
