Bramensaus maken

Zelf bramensaus maken is onwijs lekker en helemaal niet moeilijk. Je kunt voor dit bramensaus recept verschillende soorten bramen gebruiken, zoals zelf geplukte bramen, verse gekochte bramen of diepvriesbramen. Wilde bramen zijn ook perfect voor dit bramensaus recept. Heb je de bramen zelf geplukt? Was ze dan wel extra goed voor je er saus van maakt.

Deze bramensaus is lekker bij kwark en yoghurt, maar ook bij andere toetjes, zoals deze hangop, griesmeelpudding of vanille-roomijs. Het is ook erg lekker om na het koken een scheutje likeur door de saus te roeren, bijvoorbeeld kirsch, sinaasappellikeur of crème de cassis. Geen bramensaus maken maar een andere vruchtensaus? Bekijk dan mijn recepten voor frambozensaus of aardbeiensaus. 

Met dit recept maak je zo’n 250-300 milliliter bramensaus. 

Bramensaus maken met geleisuiker

De geleisuiker in dit bramensaus recept zorgt ervoor dat de saus na het afkoelen dikker wordt. De hoeveelheid geleisuiker kun je naar je eigen smaak verminderen of juist vermeerderen. Houd er wel rekening mee dat de saus iets dunner wordt wanneer je minder geleisuiker gebruikt, en iets dikker wanneer je meer gebruikt. 

Wil je echt veel minder suiker in de bramensaus, gebruik dan geleisuiker speciaal. Daar is meer pectine aan toegevoegd, waardoor je ondanks dat je minder suiker gebruikt toch een mooie gebonden vruchtensaus krijgt. Je hebt dan aan 40-50 gram geleisuiker speciaal genoeg voor een mooie saus. 

Zelfgemaakte bramensaus bewaren

Wil je je zelfgemaakte bramensaus langer bewaren? In de koelkast blijft deze bramensaus zeker 2 weken goed, maar in de vriezer nog veel langer. Tip: vries de saus in een ijsblokjesvorm in. Als de saus bevroren is kun je de ijsblokjes in een zakje doe en bewaren. Zo kun je goed bepalen hoeveel bramensaus je nodig hebt en hoef je geen hele bak bramensaus te ontdooien.

Bramensaus recept

Doe de bramen, de geleisuiker en het citroensap in een steelpan en breng dit al roerend aan de kook. Je kunt de bramen tijdens het koken wat fijnprakken met een vork of pureestamper. Laat het mengsel ongeveer 3 minuten doorkoken. Giet het bramenmengsel vervolgens door een fijne zeef. Druk de bramenmassa met de bolle kant van een lepel door de zeef, zodat de pitjes achterblijven. Laat de saus afkoelen voor gebruik, deze zal dan ook dikker worden.

Foto’s: Erik Spronk