- Voor de vlaai
- 1 ½ recept vlaaideeg
- Voor de vulling
- 700 gr uitgelekte kersen uit pot of blik
- 200 + 50 ml uitlekvocht van de kersen
- 50 gr suiker
- 4 tl aardappelzetmeel
- Verder nodig
- bloem, voor het werkblad
- 2-3 el paneermeel
- grove suiker, om te bestrooien, optioneel
Er gaat maar weinig boven zelfgebakken vlaai! Met dit recept kun je een heerlijke kersenvlaai maken! Voor de vulling heb ik kersen uit blik of pot gebruikt, maar je kunt de vlaai ook met verse kersen maken (zie hieronder). Voor bovenop gebruik ik grove suiker. Dat kun je vinden bij (online) bakwinkels en het grote voordeel is dat dit tijdens het bakken niet smelt. Heb je geen grove suiker, dan kun je ook gewoon wat kristalsuiker gebruiken. Zelf serveer ik de vlaai graag met een flinke dot slagroom. Van dit kersenvlaai recept kun je 10-12 punten snijden.
Kersenvlaai verse kersen
Wil je dit kersenvlaai recept met verse kersen maken? Meng dan 800 gram verse (of diepvries) ontpitte kersen met de suiker en 100 milliliter water en breng dit aan de kook. Laat de kersen ongeveer 2 minuten koken. Meng het aardappelzetmeel met 2 eetlepels water en voeg dit toe aan de kersen. Kook het mengsel nog 2—3 minuten door en laat het vervolgens afkoelen. Verwerk het verder als in het vlaai recept beschreven staat.
Kersenvlaai maken
Maak eerst het deeg volgens dit basisrecept voor vlaaideeg.
Doe 200 milliliter van het uitlekvocht samen met de suiker in een pan en breng dit aan de kook. Meng intussen de overige 50 milliliter uitlekvocht met het aardappelzetmeel tot een papje zonder klontjes. Voeg dit toe wanneer het vocht kookt en laat dit al roerende 1-2 minuten koken. Voeg de uitgelekte kersen toe en kook deze nog 1-2 minuten mee. Haal de pan van het vuur en schep de gebonden kersen in een kom om af te laten koelen.
Neem 2/3 van het deeg en rol dit op een licht bebloemd werkblad uit tot een lap die groot genoeg is om een vlaaivorm van ongeveer 28 centimeter met deeg te bekleden. Bekleed de vorm en laat het deeg aan de zijkanten nog overhangen. Strooi het paneermeel op de bodem en verdeel daar de gebonden kersen over. Strijk dit goed glad. Rol het overige deeg op een licht bebloemd werkblad uit tot 3-4 millimeter dikte en snijd er stroken van 2 centimeter breed van. Bestrijk het overhangende deeg aan de zijkant met water en vorm een raster van de deegstroken. Rol met een deegroller over de zijkanten om het overhangende deeg te verwijderen.
Verwarm de oven voor op 220 °C.
Laat de vlaai nog 15 minuten rusten. Bestrijk de deegrepen licht met water en bestrooi ze met de grove suiker. Bak de kersenvlaai in 25 tot 35 minuten goudbruin. Laat de vlaai na het bakken een halfuur afkoelen in de vorm en plaats hem daarna op een rooster.
Foto: Harold Pereira
