- Voor het deeg
- 50 gr boter, koud
- 50 gr bloem
- 50 gr amandelmeel
- 50 gr suiker
- snuf zout
Het lijkt misschien wat raar, een basisrecept voor kruimels, maar geloof mij, het is zeker nuttig. Ik vind het bij desserts altijd heel belangrijk dat er verschillende texturen te proeven zijn. Iets romigs, iets zachts, iets kouds, maar ook zeker iets knapperigs. Voor dat laatste zorgen deze kruimels van amandeldeeg. Ik gebruik ze vaak bij een mousse, in combinatie met ijs en vruchten of bij gepocheerd fruit met een curd. Bijvoorbeeld bij deze mousse van witte chocolade, bij deze gepocheerde peer of bij deze panna cotta van yoghurt. Met dit recept kan je goed variëren, vervang het amandelmeel door meel van andere noten of vervang een gedeelte van de bloem door cacao. Ook kun je een smaakje toevoegen, bijvoorbeeld vanille-extract, citroenrasp, speculaaskruiden of wat je maar lekker vindt. Het ongebakken kruimeldeeg kan je ook prima invriezen!
Bereiding: Knapperige kruimels
Doe alle ingrediënten in een kom en maak er met je vingers een kruimelig deeg van. Laat de kruimels afgedekt minimaal een half uur rusten in de koelkast.
Verwarm de oven voor op 170 °C en bekleed een bakplaat met bakpapier. Strooi de deegkruimels op de bakplaat en bak ze in 14 tot 18 minuten goudbruin en gaar. De kruimels zullen tijdens het afkoelen pas echt knapperig worden!
Foto: Erik Spronk


