Wil je zelf chocoladeletters maken? Dan moet je zeker even verder lezen. In dit artikel vertel ik je hoe je spuitchocolade maakt en er de mooiste letters mee kunt maken! Chocolade kun je op verschillende manieren steviger maken, zodat je er (bijvoorbeeld) een letter van kunt spuiten. Samen met Baktotaal Bouwhuis heb ik de proef op de som genomen en drie verschillende methodes uitgeprobeerd. Met een (inmiddels na acht bakboeken) deskundig proefpannel hebben we de chocoladeletters geproefd en de verschillen per methode voor je op een rijtje gezet!

Zelf chocoladeletters maken
Voor het maken van gespoten chocoladeletters heb je een paar dingen nodig. Allereerst natuurlijk de chocolade. Voor deze test heb ik pure chocolade callets van Callebaut gebruikt, maar je kunt natuurlijk ook andere soorten chocolade gebruiken. Om de chocolade mooi te kunnen spuiten heb ik disposable spuitzakken gebruikt met een gekarteld spuitmondje van 15 millimeter. De chocolade heb ik rechtstreeks in doosjes voor chocoladeletters gespoten. Deze chocoladeletterdozen maken je zelfgemaakte chocoladeletter helemaal af en perfect om als cadeautje weg te geven. Om de letters af te maken kun je ze versieren met wat je maar leuk vindt; ik gebruikte geroosterde pecannoten, suikerpareltjes en kleine pepernootjes.

Om te zorgen dat de gespoten chocoladeletters goed lukken is het belangrijk dat je getempereerde chocolade gebruikt. Dit kun je doen op de klassieke manier, door te tableren op een marmeren plaat, of op de makkelijkere manier in de magnetron. Met onderstaande hoeveelheden heb je genoeg voor twee chocoladeletters!
Spuitchocolade met boter
Gebruik 120 gram boter en zorg dat deze goed op kamertemperatuur is. Klop de boter met een mixer met garde(s) zeer luchtig op. Spatel de luchtig opgeklopte boter door de 600 gram getempereerde chocolade. Door de boter wordt de chocolade steviger en is hij perfect om te verwerken met een spuitzak.
Mijn proefpanel gaf de volgende feedback over deze letter: De gespoten chocoladeletter met boter is iets minder massief dan gewone chocolade, het gaat meer richting de textuur van een bonbonvulling. De smaak van de chocolade gaat meer richting melkchocolade, de chocolade smelt sneller dan gewone chocolade en is romig van smaak. Ergens heeft deze chocoladeletter ook wel iets weg van chocoladepasta. Een chocoladeletter die met deze methode wordt gemaakt wordt ook vaak een chocolade roomletter genoemd.

Spuitchocolade met suikersiroop
Voor deze versie kun je zelf een suikersiroop maken. Doe gelijke delen water en suiker in een steelpannetje en breng dit al roerende aan de kook. Haal de pan van het vuur als alle suiker is opgelost en laat de suikersiroop afkoelen tot kamertemperatuur. Voeg al roerende 1 tot 2 theelepels van de suikersiroop toe aan 600 gram getempereerde chocolade en roer alles door tot de chocolade dik genoeg is om te spuiten. In plaats van suikersiroop kun je trouwens ook likeur naar keuze gebruiken.
Over de smaak en de textuur van deze chocoladeletter waren de meningen verdeeld. De smaak is van de drie geteste letters het meest intens, echt een pure chocoladesmaak. De textuur van de letter is iets te hard, waardoor hij ook minder snel lijkt te smelten dan gewone chocolade. Voor sommigen was dit de winnaar, voor anderen was het minder goed smelten van de chocolade een reden om deze letter minder hoog te scoren.
Spuitchocolade met slagroom
Gebruik voor deze methode ongeklopte slagroom op kamertemperatuur. Als de slagroom te koud is kun je deze kort opwarmen in bijvoorbeeld de magnetron. Meng al roerende 1 tot 2 eetlepels slagroom door 600 gram getempereerde chocolade, totdat deze dik genoeg is om met een spuitzak te verwerken.
De smaak van deze chocoladeletter is goed, al is deze een tikkeltje minder puur dan de versie met suikersiroop. Het smeltgedrag van deze chocolade is beter dan de versie met suikersiroop, al vinden sommigen de chocolade nog steeds te brokkelig van structuur. Al met al was deze letter aan het eind van de proefsessie wel zo goed als op, dus lekker was ie zeker!
Dit artikel is gemaakt in samenwerking met Baktotaal Bouwhuis
Foto’s: Erik Spronk











